5.2 Instructies: Dateer het document en stel je voor dat je een cognitief oog hebt dat je van bovenaf in de gaten houdt. Kijk elke keer dat je een gesprek voert naar jezelf en kijk of wat je bedoelt te zeggen, ook daadwerkelijk is wat je zegt. Bestudeer je toon, je taal, je gedrag, je uitdrukking en of je oprecht, vriendelijk en open bent om de persoon voor je te omarmen. Bewaar dit document om je ontdekkingen vast te leggen.
ACTIE
Voorbeeld: Stemverheffing tijdens meningsverschil
BEDOELING
Voorbeeld: Ik wilde mijn punt benadrukken
RESULTAAT
De andere persoon voelde zich aangevallen en werd defensief
Opmerkingen:
• Observaties:
Let op hoe uw toon kan afwijken van de boodschap die u bedoelt.
Let op of uw lichaamstaal uw woorden ondersteunt of tegenspreekt.
Denk na over de vraag of uw gezichtsuitdrukkingen in overeenstemming zijn met uw bedoelingen.
o Denk na of uw acties aansluiten bij uw intentie om oprecht, vriendelijk en open te zijn.
• Reflectie:
Neem na elk gesprek even de tijd om uw acties en bedoelingen te evalueren.
Let op eventuele verschillen tussen wat u wilde communiceren en wat u daadwerkelijk hebt waargenomen.
o Noteer eventuele patronen die u in de loop van de tijd waarneemt.
• Aanpassing:
o Identificeer specifieke acties die u kunt ondernemen om uw gedrag beter af te stemmen op uw intenties.
Oefen bewuste communicatietechnieken, zoals actief luisteren en empathische reacties.
Vraag anderen om feedback om te begrijpen hoe uw communicatie wordt ontvangen.
Door uw acties voortdurend te toetsen aan uw intenties en hierop te reflecteren, kunt u uw communicatievaardigheden verbeteren en betekenisvollere en respectvollere interacties creëren.